Niet alleen ouders hebben een plicht tot onderhoud ten opzichte van hun kinderen. Ook kinderen zijn van hun kant in bepaalde gevallen verplicht om financieel in te staan voor hun ouders. Voor sommigen is dit, zeker wanneer de band met de ouders slecht is of al jaren verbroken, een grote zorg.
Hoge rusthuisfacturen
Steeds meer ouderen hebben onvoldoende inkomen om de alsmaar stijgende kosten van het rusthuis te betalen. Wanneer het pensioen niet voldoende is om de rusthuis- en verzorgingsfacturen te betalen dan kan het OCMW bijspringen. Maar de wet voorziet ook dat het OCMW deze kosten kan terugvorderen bij de kinderen van de ouderen.
Wat zegt de wet?
Volgens artikel 205 van ons burgerlijk wetboek blijven kinderen, ook indien zij gehuwd zijn, levensonderhoud verschuldigd aan hun ouders en eventuele grootouders. Ook schoonzonen en schoondochters zijn in principe onderhoudsplichtig ten aanzien van hun behoeftige schoonouders.
Een ouder die hierop beroep wenst te doen, moet in de eerste plaats aantonen dat hij behoeftig is. Dit betekent dat die ouder dan zelf geen middelen of inkomsten heeft of kan verwerven om een menswaardig bestaan te leiden. Uiteraard wordt ook rekening gehouden met de financiële draagkracht van degene die moet betalen.
Dit zijn vrij vage begrippen die in voorkomend geval door de rechter concreet moeten worden ingevuld.
Geen wettelijke onwaardigheid
In de meeste gevallen zullen ouders en hun kinderen op een natuurlijke wijze voor elkaar zorgen en zal de tussenkomst van een rechter niet nodig zijn. Maar als er geen contact meer is of men al jaren in onmin leeft, is het zeer pijnlijk wanneer men als kind financieel wordt aangesproken voor het levensonderhoud van de ouders.
De wet voorziet geen uitzondering voor dit laatste geval. Het recht tot onderhoud is zonder meer een gevolg van de wettelijke familieband. Men kan dus niet zomaar afstand doen van de ouders of hen, zoals mij in de volksmond wel eens gevraagd wordt, ‘afschrijven’.
Wel billijkheid
Als ouderen hun rusthuis factuur niet kunnen betalen en ze ook geen huis meer hebben dat kan worden verkocht, dan komt het OCMW tussen. Het OCMW kan zich dan op zijn beurt richten tot de onderhoudsplichtigen, de kinderen, om deze bedragen terug te vorderen.
Indien je als kind wordt aangesproken om mee te betalen in de kosten van je ouders kan je wel inroepen dat er om billijkheidsredenen moet worden afgeweken van de wettelijke onderhoudsplicht. Indien er bijvoorbeeld al jarenlang geen contact meer is, indien de ouder zelf diens vermogen heeft verspild of indien de ouders nooit zorg hebben gedragen voor hun kind.
Maar dit is geen recht waarvan je op voorhand zeker kunt zijn dat je het kunt afdwingen. De overheid zal dit altijd geval per geval bekijken. Deze beoordeling kan ook per gemeente verschillen.
Wettelijke begrenzingen
Voor de berekening van de bijdrage van de onderhoudsplichtige die desgevallend wordt terug gevorderd door het OCMW gebruikt men verschillende inkomensschijven waarbij de bijdrage stijgt in verhouding tot de omvang van het netto belastbaar gezinsinkomen.
Indien er meerdere kinderen zijn, dan zal het bedrag dat wordt gevorderd onder hen worden verdeeld.
Meer info vind je in het zogenaamde ‘Terugvorderingsbesluit’.
Bescherming via bewindvoering
In geval van verkwisting kun je bij de Vrederechter de aanstelling van een bewindvoerder vragen. Een bewindvoerder beheert het vermogen van de te beschermen persoon om verdere verkwistende uitgaven te vermijden. Het is echter niet evident om dit te bekomen. Een verzoek in die zin moet vergezeld worden van een geneeskundig attest van een erkende arts of psychiater. Als dit niet mogelijk is, kan de Vrederechter ook een arts aanwijzen die als deskundige de persoon in kwestie moet onderzoeken. Het is mijn ervaring dat dergelijke verzoeken tot aanstelling van een bewindvoerder zeer streng worden beoordeeld. Het is dus zeker geen evidentie om dit op die manier te bekomen.
Vragen?
Heb je vragen na het lezen van deze tekst? Wil je bijstand in een geschil rond familierecht? Neem dan contact op voor een afspraak. Voor de prijs van 125 euro krijg je tijdens een gesprek van 1u (fysiek op kantoor of online) een eerste raad waar je eventueel zelf verder mee aan de slag kunt. Het gesprek is verder volledig vrijblijvend.
Eveline Van Hoecke
Familierecht advocaat – Erkend bemiddelaar in familiale zaken – Erkend collaboratief advocaat – Counseler
Schouwburgplaats 1 – 9990 Maldegem
T 050 71 09 32 – F 050 71 09 33 – BTW BE 0852 108 475
vanhoecke-advocaat.be