Vaak ontvang ik vragen over schulden die werden of worden gemaakt door een partner met wie men samenwoont. Kan men daar mee voor opdraaien? Hoe kan men dit voorkomen? Wat met de fiscus?

Welke vorm van samenwonen?

Het antwoord op deze vragen verschilt volgens de manier waarop je gaat samenwonen. We spreken van feitelijk samenwonen als twee (of meer) personen zonder meer zijn ingeschreven op hetzelfde adres. Indien men een verklaring aflegt op het gemeentehuis, kan men ook wettelijk samenwonen. Deze laatste vorm biedt meer  garanties bij bijvoorbeeld het overlijden van één van de partners. Het huwelijk wordt in deze bijdrage buiten beschouwing gelaten.

Niet altijd opdraaien voor de schulden van je partner

Wettelijke samenwoners moeten bijdragen in de kosten en de lasten van de samenwoning, elk in verhouding tot hun inkomsten. Bovendien kunnen ze ook beide aangesproken worden voor de schulden die één van hen zijn gemaakt voor hun samenleving of de kinderen. Wettelijk samenwonenden staan bovendien ook in voor de fiscale schulden van hun partner (zie hierna).

De wet regelt niets over deze aangelegenheden bij feitelijke samenwoners.

Bij zowel feitelijke als wettelijke samenwoning blijft elke partner zelf eigenaar van de eigen inkomsten en de eigen persoonlijke schulden.

Dit betekent dus dat als je partner alleen schulden maakt die geen gezinsschulden zijn, de schuldeiser dit enkel mag invorderen bij die partner. Voor persoonlijke schulden moet immers ieder zelf opdraaien.

Wanneer beide partners samen iets aankopen en daardoor schulden maken, kunnen die schulden uiteraard wel ingevorderd worden bij beide partners.

Vooraf een samenlevingsovereenkomst opmaken kan veel leed achteraf besparen.

Onrechtstreeks wel gevolgen dragen

Bij dit alles moet echter een belangrijke kanttekening worden gemaakt. Zelfs indien je juridisch niet gehouden bent voor de schulden van je partner, kun je wel mee de gevolgen dragen van een schuldeiser die zijn schuld ten opzichte van je partner wil invorderen.

Schuldeisers mogen er immers van uitgaan dat de schuldenaar de eigenaar is van alle goederen die hij in zijn bezit heeft.  Indien de schuldeiser via een gerechtsdeurwaarder beslag wil leggen op de inboedel naar aanleiding van een onbetaalde schuld van één van de samenwoners, dan zal deze beslag kunnen leggen op alle goederen die zich in die woning bevinden en dus ook op de goederen van de andere samenwonende partner.

Het is dan aan die partner om het bewijs te leveren eigenaar te zijn van de bewuste goederen. Dat is niet altijd evident en soms is het nodig om daarvoor een zogenaamde revindicatie procedure op te starten bij de beslagrechter. Dit is een kostelijke procedure die bovendien niet altijd kans heeft op slagen. Je zoekt hiervoor best juridische bijstand.

Dergelijke problemen kan je voorkomen door vooraf een inventaris op te maken die dan wordt geregistreerd.

En de fiscus?

De fiscus behandelt feitelijk samenwoners als alleenstaanden. Dit betekent dat ze een aparte aangifte van de inkomsten indienen en een apart aanslagbiljet  ontvangen. De fiscus kan in regel de belastingschulden slechts apart verhalen op de partners. De koppels zijn immers niet aansprakelijk voor elkaars fiscale schulden.

Koppels die wettelijk samenwonen dienen een gezamenlijke belastingaangifte in te dienen. De fiscus zal dan één aanslag op naam van de beide partners opmaken. Het globale bedrag van de aangifte kan dus op elk van de partners worden ingevorderd.

Opletten met borgstelling

Andere problemen kan je krijgen wanneer je je persoonlijk borg zou hebben gesteld voor een je partner, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van een lening bij de bank. Als de lening door je partner niet wordt terugbetaald, kan de bank het volledige bedrag van de borgsteller terugeisen. En als de relatie met je partner dan al is beëindigd, kan dat pijn doen…

 

Heb je vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op voor een gesprek via deze link of www.vanhoecke-advocaat.be