Het wordt makkelijker voor oma’s en opa’s om omgangsrecht met hun kleinkinderen te bekomen. De Kamer heeft vorige week een wetsvoorstel unaniem goedgekeurd dat dit recht op omgang versterkt. Het principe is al sedert 1995 in artikel 375bis van ons Burgerlijk Wetboek ingeschreven maar werd in de praktijk nog vaak geweigerd door de rechtbank. Daarom wordt nu ingegrepen.

Verschillende oorzaken

Grootouders die geen contact meer kunnen hebben met hun kleinkinderen. Het is een maatschappelijk probleem waarvan de gevolgen moeilijk meetbaar maar zeer ingrijpend kunnen zijn. Er zijn veel situaties denkbaar waarbinnen dit kan voorkomen.

Na een scheiding kan het gebeuren dat kinderen hun grootouders niet meer te zien krijgen. Na het overlijden van een kind ontstaat er soms een breuk tussen de ouders en hun schoonkind, waardoor zij het contact verliezen met hun kleinkinderen. In andere gevallen kan een conflict tussen de ouders en de grootouders voor een contractbreuk zorgen met de kleinkinderen.

Contact in het belang van het kind

De voorbereidende werkzaamheden van de wet wijzen erop dat het contact met de grootouders erg belangrijk is voor kinderen. Het omgaan met grootouders draagt bij tot de vorming van de persoonlijkheid van het kind. Zo kunnen grootouders een belangrijke rol spelen in de ontplooiing van de kleinkinderen.

De kinderen zitten echter vaak tussen twee vuren. Willen ze hun grootouders zien, dan stellen ze hun mama of papa misschien teleur. Willen ze rust, dan krijgen ze hun grootouders misschien niet meer te zien.

In bepaalde gevallen kunnen de grootouders dan weer de stabiele factor zijn wanneer het moeilijk gaat binnen het gezin, bijvoorbeeld bij een vechtscheiding. Zij kunnen dan voor rust zorgen voor het kleinkind.

Sterker omgangsrecht

Met de nieuwe wet zal het voor de rechter enkel nog mogelijk zijn om een omgangsrecht te weigeren indien dat indruist tegen het belang van het kind. Tot nu voorzag de wet enkel in een vermoeden van het bestaan van een bijzonder affectieve band tussen grootouders en kleinkinderen. Het was nog aan de vragende partij om aan te tonen dat een contact in het belang was van het kind.

Het belang van het kind staat dus voorop. Het feit dat ouders en grootouders onderling geen goede band hebben, is geen reden om de affectieve band tussen kleinkinderen in grootouders te verbreken.

Sneller en efficiënter

De factor tijd is kostbaar in dergelijke situaties. Vooral kleine kinderen vervreemden snel van de persoon met wie ze een band hadden. Bij lange procedures verstrijkt de tijd en verwatert de band tussen kleinkind en grootouder.

Daarom moet de familierechtbank de mogelijkheid van bemiddeling reeds op de inleidingszitting onderzoeken.

 

Heb je vragen of nood aan advies? Neem contact op via deze link of www.vanhoecke-advocaat.be/contact.

Eveline Van Hoecke – Familierecht advocaat & erkend bemiddelaar in familiale zaken
Schouwburgplaats 1 – 9990 Maldegem
T 050 71 09 32 – F 050 71 09 33 – BTW BE 0852 108 475
vanhoecke-advocaat.be